Groei van het oogbindvlies over het hoornvlies

pseudopterygium

Esther van Praag, Ph.D.

MediRabbit.com wordt uitsluitend gefinancierd door gevers. Elke donatie, ongeacht hoe groot, wordt gewaardeerd en zal helpen bij de voortzetting van het onderzoek van de medische zorg en de gezondheid van konijnen. Bedankt

Waarschuwing: deze tekst bevat foto’s die voor sommigen storend kunnen zijn.

Er bestaan verschillende namen voor de afwijkende groei van het oogbindvlies over het oogwit (sclera) naar en over het hoornvlies. Ras, leeftijd of geslacht van de konijnen schijnen hierbij een rol te spelen sinds meer mannelijke dwergkonijntjes, die tussen 5 en 12 manden oud zijn, door dit probleem betroffen worden. Een mogelijke oorzaak kan ook de invloed van ultraviolette bestraling zijn.

The etiology of the disease is unknown. It appears the result of an inflammatory process that leads to the adherence of a fold of the conjunctiva to the cornea, near the border of the cornea and the sclera (corneal limbus) or more centrally. Breed, age, and sex of the rabbits seem to play a role, as male dwarfs, aged between 5 and 12 months are more particularly affected. It appears congenital in some cases. A further possible cause for pseudopterygium may be ultraviolet radiation.

Klinische tekenen

Pseudopterygium heeft specifiek het gedeelte “pseudo” in de naam, doordat het overgroeiende membraan zich niet aan het onderliggende hoornvlies hecht maar los erbovenop ligt. Als het verwijderd wordt, valt het meestal in zijn normale positie terug. Het kan een klein gedeelte van het oog bedekken, en zit er dan uit als een perifeere opaque ring, maar het kan ook het heel oog bedekken, hetgeen tot blindheid leidt. When the membrane is sectioned from the outer edge to the corneal limbus, it usually retracts back to its normal position. The condition can be unilateral or affect both eyes.

Meestal is pseudopetrygium pijnlijk if the cornea is damaged by, e.g., a foreign body or a piece of hay stuck under the membrane.

Stefan Röthlisberger

Het oogbindvlies membraan kan een klein gedeelte van het oog bedekken

Arnbjer heeft een artikel over twee gevallen bij konijnen gepubliceerd. In het eerste geval, is de oogbindvlies membraan met een scherp instrument van de onderliggende hoorvlies verwijderd, gevolgd door injectie van methylprednisolone acetaat onder in het bindvlies membraan. Het oog wordt verder met steroïde/antibiotische oogdruppels gedurende 3 weken behandeld. In het tweede geval was de nabehandeling met alleen maar antibiotische oogdruppels, na de verwijdering van het membraan. Binnen weken was het weer terug gegroeid.

Behandeling

Chirurgische verwijdering van het overgroeiende oogbindvlies leidt vaak tot een terugkomende situatie. The condition can be left untreated if it does not hinder the sight of the rabbit, and does not cause pain.

Een betere behandeling schijnt het hechten van de membraam aan het ooglid to the sclera, or to the loose arching folds connecting the conjunctival membrane lining the inside of the eyelid with the conjunctival membrane covering the eyeball (fornix conjunctivae) on a fully anesthesized rabbit. Dit kan met b.v. oplossende draad zoals Dexon of Vicryl 5.0 of 6.0 gedaan worden. Het is gevolgd door een plaatselijke behandeling met cyclosporine 0,2% en corticosteroïden (b.v. dexamethasone 0.1%) gedurende een par weken.

Rarely, the condition may become chronic, with repeated re-growth of the membrane; life-long follow-up is needed to minimize regrowth of the conjunctival membrane.

Akira Yamanouchi

Pre-surgical preparation for the removal of the membrane growing over the cornea

Akira Yamanouchi

The membrane is removed, by cutting it in 4 to 6 segments, from the edge back to the conjunctival bulbar tissue. Once placed in it normal position, the membrane is sutured to the eyelid, the sclera or the fornix conjunctivae.

Sutures can be removed after 3 weeks, or left in place.

Bedanktuiging

Een woord van dank gaat naar Akira Yamanouchi voor de toestemming de foto’s uit VEIN (Veterinary Exotic Information Network, http://vein.ne.jp/). betreffende konijnen ziektes te mogen gebruiken. Ook een speciale dank aan Louise en Arie van Praag (Zwitserland), voor hun hulp bij de editie van teksten in het Nederlands.

Verdere informatie

Arnbjer, J. Pseudopterygium in a pygmy rabbit. Vet. Med. Small Anim. Clin. 74,737-738 (1979).

Bourne D. Aberrant conjunctival overgrowth in rabbits. http://wildlife1.wildlifeinformation.org/S/00dis/Miscellaneous/AbConjunctOvergrowthRabbit.html

Delaney, K.H. Diagnostic exercise: Apparent corneal occlusion in a New Zealand white rabbit. Contemp. Top. Lab. Anim. Sci. 34,76-77 (1995).

DuPont, C., Carrier, M. & Gauvin, J. Bilateral precorneal membranous occlusion in a dwarf rabbit. J. Small Exotic Anim. Med. 3,41-44 (1995).

Fehr, M. Eye anomalies in dwarf rabbits. [German]. Kleintierpraxis 29, 129-130, 132 (1984).

Matros, L.E., Ansari, M.M. & Van Pelt, C.S. Eye anomaly in a dwarf rabbit. Avian Exotic Pract. 3,13-14 (1986).

Roze, M., Ridings, B. & Lagadic, M. Comparative morphology of epicorneal conjunctival membranes in rabbits and human pterygium. Vet. Ophthalmol. 4,171-174 (2001).

Schoofs, S. & Hanssen, P. Epicorneal conjunctival membrane in the rabbit: a clinical case and surgical therapy. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 67,344-346 (1998).

Wagner, F., Heider, H.J., Gorig, C. & Fehr, M. Ophthalmic diseases in dwarf rabbits. Part 1: eye examination, anatomy, diseases of the eyelids, the conjunctiva and of the nasolacrimal duct. [German]. Tierarztl. Prax. 26,205-210 (1998).

e-mail: info@medirabbit.com