Passalurus ambiguus
Esther van Praag, Ph.D.
MediRabbit.com wordt uitsluitend
gefinancierd door gevers. Elke donatie,
ongeacht hoe groot, wordt gewaardeerd en zal helpen bij de voortzetting van
het onderzoek van de medische zorg en de gezondheid van konijnen. Bedankt |
De Passalurus
ambiguus parasiet staat ook bekend onder de naam Oxyuris ambigua.
Het is een veel voorkomende kosmopolieten parasiet die zowel wilde konijnen,
het Amerikaanse katoenstaart konijn en het huiskonijnen infecteert. P.
ambiguus is specifiek voor konijnen en presenteert dus geen gevaar voor
mensen. In Amerika wordt soms ook P. nonanulatus bij konijnen
geobserveerd. Auto-infectie komt veel voor, door het eten van de eieren met
het voedsel. In de
onvolwassen stadia van Passalurus sp. bevinden deze zich voornamelijk
in de slijmlaag van de dunne darm en de blindedarm, terwijl de volwassene
wormen vooral bij de ingang van de blindedarm en de dikke darm te vinden
zijn. De levenscyclus van Passalurus sp.
is direct: de eieren worden opgenomen via de mond. Deze eieren meten ongeveer
100 x 43 mm en hebben typerend een vlakke korte kant. Gedurende hun ontwikkeling
groeit ook hun weerstand tegen uitdroging. De larven sluipen uit de eieren en
ontwikkelen zich in de slijmlaag van de dunne darm en blindedarm, tot ze
volwassen worden. Twee afscheidingen van huid passeren, eentje op de eerste
dag, en de tweede op de derde dag.
De volwassene wormen hebben verschillende
afmetingen. De mannetjes zijn kleiner (± 5 mm) dan de vrouwtjes (± 10 mm).
Deze zijn gekenmerkt door een lange smalle staart met ongeveer 40 circulaire
strepen. Het schijnt dat ze de eieren rondom de anus leggen. De wormen leven
ongeveer 106 dagen in een konijn. Klinische tekenen
Passalurus sp. parasieten zijn niet pathologische
en tonen meestal geen klinische tekenen van hun aanwezigheid, ook bij
ernstige aanvallen. Een konijn kan tot 1000 parasieten herbergen. Eieren en
soms levende volwassenen wormen worden soms in de uitwerpselen gevonden,
zelden rondom de anus. Het is interessant te noteren dat vrouwtjes wormen die
uit de anus komen, eieren bezitten die in het gastrula stadium (toestand in
embryo-ontwikkeling) zijn. Deze ontwikkelen zich tot een infectueus stadium
in de natuur. Slijm
of slijmdraden tussen de uitwerpselen is regelmatig een teken dat
darmparasieten aanwezig zijn. Deze conditie moet toch onderscheden worden van
slijmproducerende darmontsteking (mucoid enteritis). De aanwezigheid van
wormen is vaak met blindedarm blokkade (cecal impaction) en ileus (onvermogen
v.d. darm om de faeces af te voeren)gepaard, Dit veroorzaakt gas productie en
erge pijn. Tijdens een autopsie worden Passalurus
sp. wormen in de plooien van de blindedarm en in de slijmlaag en de groeven
van de darm gevonden. Het weefsel waar de wormen te vinden zijn is ontstoken
en presenteert dystrofiele veranderingen. De grootste veranderingen worden in
de blindedarm gevonden. Verder zyn Vasculaire dystrofie in de lever en
parenchyma (grondweefsel) in de nieren gevonden.
Diagnosis
De
aanwezigheid van darm parasieten wordt via analyse van de excrementen
bevestigd. In zelden gevallen komt het resultaat van een ernstige infectie
negatief terug. Wordt er niet behandelt, ziet men kort erop regelmatig de
aanwezigheid van wormpjes in de uitwerpselen. Treatment
Dankbetuiging
Een woord van
dank gaat naar Simone van der Meij, en haar konijn Jasper, voor de foto’s van
uitwerpeselen, en aan Louise
en Arie
van Praag
(Zwitserland), voor hun hulp bij de editie van teksten in
het Nederlands. Further
Information
H. Boecker (1953) Die
Entwicklung des Kaninchen Oxyuren Passalurus
ambiguus. Zeitschrift für Parasitenkunde 15: 491-518. S. Brown (1993) Rabbit Drug
Dosages. Rabbit Health News 10: 6-7 J. Burke (1994) Clinical Care
and Medecine of Pet Rabbits. In: Proceedings of the
Michigan Veterinary Conference, pp 49-77. D. Duwel
and K. Brech (1981) Control of Oxyuriasis
in Rabbits by Fenbendazole. Lab. Anim. Sci. 15: 101-105. A.B. Erickson (1944) Helminth
Infection in Relation to Population Fluctuations in Snowshoe Hares. J. Wildl. Manage. 8: 134-153. E.V. Hillyer,
K.E. Quesenberry (1997) Ferrets, Rabbits, and
Rodents. Clinical Medicine and Surgery. W.B. Saunders Company
pp. J.P. Hugot (1984) L’Insémination
Traumatique chez les Oxyures de Dermpotères et de
Léporidés. Etude Morphologique Comparée. Ann. de Parasitologie Humaine et
Comparée 59: 379-385. M.A. Palimpsestov, R.S. Chebotarev (1935) Zur Frage des
Therapie bei Passalurose (Passalarus ambiguus) des Kaninchen. Tierärtzliche Rundschau 41:
709-711. N.M. Patton, K.W. Hagen, J.R. Gorham,
R.E Flatt (1986) “Domestic
Rabbits: Diseases and
Parasites. “Pacific Northwest Extension Publ.
Oregon, Idaho, and Washington. K.I. Skrjabin,
N.P. Shikhobalova, E.A. Lagodovskaya
(1960) Oxyurata of Animals
and Man. Part I. Oxyuroidea.
In: Skrjabin, K.I. (ed.), Essentials of Nematology,
The Academy of Sciences of the U.S.S.R., Moscow (published by the Israel
Program for Scientist Translations, Jerusalem, 1974). J. Theodoris (1979) Contribution to the
study of parasites in the rabbits of Northern Greece. hellinike Kteniatrike (Hellenii Veterinary Medecine)
22: 181-183. T.L.H Tsui
and N.M. Patton (1991) Comparative Efficiency of Subcutaneous Injection Doses
of Invermectin against Passalurus ambiguous in rabbits J. Appl. Rabbit Res. 14: 266-269. N.B. Walden (1999) Rabbits: a
Compendium (The T.G. Hungerford VADE MECUM series for Domestic Animals:
Series C.13). Post Graduate Foundation in Veterinary Science, University of
Sydney, Sydney. J.P. Wiggins, M. Cosgrove, H. Rothenbacher (1980) Gastrointestinal Parasites of Eastern
Cottontail Rabbits (Sylvilagus floridanus)
in Central Pennssylvania. J. Wildl.
Dis. 16:541-544. Fujiwara H, Uchida K, Takahashi
M. [Occurrence of granulomatous appendicitis in rabbits] Jikken Dobutsu. 1987; 36(3):277-80. Shirokova EP, Grishina EA. [Microstructural changes
in the organs of the rabbit with passaluriasis] Med
Parazitol (Mosk) 1997;
(2):18-21. |
e-mail: info@medirabbit.com